7. Theresia van Avila

Geboren op 28 maart 1515 te Avila – gestorven op 4 oktober 1582 te Salamanca.

Spaanse heilige, hervormer, mystica, stichteres van de dochterorde van de Ongeschoeide Karmelietessen en het klooster van St. Jozef; zij is de eerste vrouwelijke kerkleraar.   
Zij wordt ook 'de Grote Theresia' en 'Theresia van Jezus' genoemd.

Feestdag 15 oktober.

Patroon van: Karmelietessen, passementmakers, schoenvetermakers, Spaanse schrijvers.

Aangeroepen bij: hoofdpijnen en hartkwalen, om goed te kunnen bidden en door hen die genade behoeven (zij bidt voor de zielen in het vagevuur).

Beeld: Theresia is altijd uitgebeeld als non in de kleding van haar orde, een bruine pij met bruin scapulier, witte halssluier, zwarte bovensluier en licht-witte mantel. Ongebruikelijk is dat zij het koord draagt met de drie knopen (van Franciscus), die staan voor de geloften van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid. In de linkerhand half onder de mantel  draagt zij een boek, in haar licht opgeheven rechterhand toont zij een hart.
Atelier Cuypers/Stolzenberg, Roermond ca 1860, 167 cm hoog.

Kloosterzuster

Teresa de Cepeda y Ahumada was geboren uit een adellijk geslacht, bleef maagd en trad op haar 20ste in als karmelietes in het klooster in Avila.

Vanaf 1538 had zij een langdurige schijnbaar niet te genezen ziekte, waarin zij zelfs gedurende drie jaar schijndood was, maar waarvan zij in 1542 genas zonder aanwijsbare oorzaak. Zelf schreef zij haar genezing toe aan St. Jozef, voor wie zij haar hele leven een heel speciale devotie behield.

Gedurende haar ziekte had zij haar eerste mystieke ervaringen maar haar genezing werd gevolgd door een periode waarin zij geestelijk voornamelijk dor was. Daarna vond zij weer een weg naar innig contact met God door intens beleefde ascese, boetedoening en meditatie en kreeg zij visioenen, zoals die (in 1566), waarin Jezus haar verscheen om zich met haar te verloven.

Haar bekendste visioen is dat waarin een engel met een vurige pijl van liefde haar hart doorboort.

( De toonaangevende beeldhouwer uit de expressieve Italiaanse Barok Bernini maakte in 1644 - 22 jaar na haar heiligverklaring - een nog steeds spraakmakend beeld van deze scène uit het leven van Theresia voor de Santa Maria della Vittoria in Rome. Het is veelzeggend over het belang van deze – Spaanse - heilige, dat en hoe hij dit moment van uitbeelden kiest als passende devotie voor die periode.)  

Mystiek en eenvoud

Haar vele mystieke ervaringen stelde zij op schrift. Zo hielp zij, in aansluiting op de  dertiende-eeuwse Gertrudis van Hefta , o.m. de devotie van het Heilig Hart verspreiden.

Zij stond voor een leven in uiterste armoede en haar gedachtegoed heeft grote verwantschap met dat van Franciscus.

Zij raakte meer en meer overtuigd van een noodzakelijke hervorming van de kerk en de karmelietessenorde door een nieuwe ernst, door lijden en offeren. Haar ideeën werden evenwel betwist - door diegenen die aan gemakzucht gewend waren- en er rees verzet tegen haar.

St Franciscus Borgia, invloedrijk theoloog en priester, was haar tot grote en belangrijke steun evenals St Petrus van Alcantara, mysticus en asceet, franciscaan en eveneens hervormer van zijn orde na zijn studie in Salamanca.

In 1562 stichtte zij in Avila de dochterorde van de Ongeschoeide Karmelietessen waarbij zij het klooster van St Jozef stichtte; zij ging zich "Theresia van Jezus" noemen.
In 1567 stichtte zij samen met St Johannes van het Kruis, karmeliet die in Salamanca studeerde en zijn orde hervormde, de orde van de Ongeschoeide Karmelieten.

Kerkleraar en heilige

Haar geschriften hebben de mystieke theologie ingrijpend beïnvloed en worden tot op de dag van vandaag vertaald en nieuw uitgegeven (door Karmel).

Zij werd de eerste vrouwelijke kerkleraar (uitgeroepen door Paus Paulus VI in 1970) en haar werken worden gerekend tot de klassieke Spaanse letterkunde.  

Theresia is heilig verklaard in 1622 als "Mater Spiritualium", moeder van hen die een geestelijk leven leiden. Haar doorboorde hart bevindt zich in haar klooster van Alba de Tormes, bij Salamanca.  

Titus Brandsma publiceerde al op zijn twintigste  een bloemlezing van zelf vertaald werk van haar.