engelbert raam

Heilige Engelbert.
Foto: Glas in lood raam Maria kapel:
R.K.kerk Onze Lieve Vrouw
Onbevlekt Ontvangen te Wijhe

Logo 150 jaar klein

Schrijf u in op onze nieuwsbrief. De nieuwsbrief verschijnt tussen twee edities van 't Zout
 
Voor deze Ontmoetingsdag worden door de bezoekersgroepen mensen uitgenodigd uit Boerhaar, Wijhe, Olst en Boerhaar.
Pastor Lonneke Gunnink maakte in haar overweging de vergelijking met Hemelvaart 
“Naar de hemel staren met beide benen op de grond”, mede naar aanleiding van de eerste lezing. Deze lezing ging over een boer die vaak dromend over zijn land liep en naar boven keek - alsof hij bij zichzelf dacht: daar (ver weg) moet het toch ergens zijn. Totdat zijn buurvrouw hem vroeg waarom hij zo naar boven liep te kijken en hem wees op al het goeds dat hij ontvangen had. Is je dat dan niet genoeg?"
Toen keek de boer omlaag naar de aarde. En hij begreep dat het niet zo belangrijk is, hoe de hemel er uitziet. Alles waar hij van geleefd had, had hij immers aan de hemel te danken: water, zon, licht en warmte, dat alles zond God uit zijn woonplaats, de hemel, omlaag naar de aarde waar de mensen wonen. 
Pastor Lonneke bleef de hele dag om met de bezoekers na te praten en naar hun verhalen te luisteren.  
 
Voor het middagprogramma was journalist schrijver Hasan Khadour uit Olst uitgenodigd om te vertellen over zijn boek “het verhaal van mijn twee dorpen”
Silvia Klein Hofmeijer van de KeSa stelde hem de vragen die hij in zo goed mogelijk Nederlands beantwoordde.
Zijn verhaal deed ons beseffen hoezeer wij hier gewend zijn aan stroom en licht; aan vrede en elkaar kunnen verstaan. Hij vertelde over zijn vlucht uit Saraqib zijn dorp, naar OIst en hoe welkom hij zich daar voelde. 
Zijn familie was deels achtergebleven in dat deel van Syrië waar vorig jaar de aardbevingen plaatsvonden.
 
Zijn verhalen staan in het boek dat te koop is maar ook te vinden zijn op www.damastinSalland en op www.hierinsalland.nl
Op het herinneringskaartje dat de bezoekers meekregen naar huis staat het gedicht: 
Laatste omhelzing
Jouw gezicht toont de smaak van het verdriet van de emigrant, als mijn natie slaapt.
Daar was jij na de laatste omhelzing en de smaak van granaatappel op jouw lippen.
Het dorp baadde in het zonlicht en ik verzamelde stof, sterren en boomblad uit de stegen, 
om ze aan jou te geven. Weet je het nog?
Ik trok over de aarde en stierf in jouw ogen.
Hasan Khaddour maart 2022
 
De meditatieve afsluiting met een video van het Ave Maria van Cuccini en daarna de gezamenlijke zegen vormde een waardige afsluiting van deze dag.
De KeSa kijkt er met een goed, voldaan gevoel op terug. 
 

Mariakapel Boerhaar

 Op zondag 7 mei om 9.30 uur is er op de Boerhaar een H. Mis waarin pastoor Cornelissen voorgaat. Na deze viering zal de pastoor deze kapel, gebouwd op  het kerkhof direkt achter de Willibrorduskerk, inzegenen.

De viering van 9.30 uur is extra hierop aangepast. Het Caeciliakoor zal ook haar medewerking verlenen.
Het zal een viering worden uit dankbaarheid aan Maria.
De kapel een plek waar je tot rust en bezinning kunt komen en een kaarsje voor Maria kunt opsteken.
Er ligt ook een intentieboek.Een plek, waar iedereen terecht kan en waar we de tekst van pastor Marinus van de Berg hoog in ’t vaandel houden “Je leeftijd, je afkomst, je huidskleur, je liefdes voorkeur, hoe en wie je ook bent, voor jou ben ik er. Als een moeder, als een arm om je heen, als een vlam in de nacht.
De kapel is dagelijks open.De kapel zal blijven en het rijksmonument uit 1912 blijft een kerk. “Als de kerken sluiten, dan hebben we in ieder geval deze kapel nog”.
Sluiting van de St. Willibrorduskerk staat voorlopig niet op de agenda.Een klein wonder is het wel, zowel de  genezing van Gerard van Gurp als de in rap tempo gebouwde zeer mooie kapel. Gerard was zeer ernstig ziek en dacht dat het afgelopen was, maar Maria had hem nog nodig voor deze kapel.
Ook z’n vrouw gaf hem de nodige steun en alle medewerking om deze kapel te bouwen en ook de vele, vele vrijwilligers en dat allemaal in deze zeer moeilijke tijden van oorlog en ontkerkelijking. Dat ons dit weer hoop mag geven en een vurig verlangen naar rustiger tijding.

We hopen, dat velen deze plek bezoeken en zullen er alles aan doen, dat dit ook bekendheid krijgt en behouden blijft.

“WEES GERUST…….IK BEN ER”

  (door parochiaanvoorganger Williy van Bussel  uit Wijhe) 
 Het beeld van Jezus als “de goede Herder” is ons vertrouwd. Jezus met de herdersstaf in de hand, met een mooi aureooltje en de schaapjes aan zijn voeten. Dit soort afbeeldingen geven ons een idyllisch beeld, maar de werkelijkheid in Jezus’ tijd had een heel ander gezicht. In de lezing van vandaag staat niet “Ik ben de goede herder”- die vergelijking vinden wij pas wat verder bij Johannes – hier zegt Hij “Ik ben de deur van de schaapsstal”.

Om de volle draagkracht ervan te begrijpen moeten wij even teruggaan naar de levenswijze van Jezus’ en zijn streekgenoten in het begin van onze jaartelling. Zowel op de vlakten als in de heuvels, met uitzondering van een smalle groene strook langs de oevers van de Jordaan, bestond de bodem uit schrale, arme zandgrond of lava. Het water was schaars. De zomers waren heet, de winters bitter koud. Alleen geiten en schapen konden op deze schrale grond gedijen en moesten zorgen voor voedsel en kledij. Door de slechte kwaliteit van de bodem konden de schapen niet lang op dezelfde plaats blijven grazen; men moest ze voortdurend verplaatsen; dat was de taak van de herders.

Als de nacht viel dreigde er altijd gevaar: de streek werd geteisterd door talrijke groepen wolven en jakhalzen die op jacht gingen en waartegen een geïsoleerde herder volkomen machteloos was. Dan waren er ook gevaarlijke bendes actief die erop uit waren schapen te roven om ze ter plaatse te slachten en het vlees mee te nemen. Verspreid over het gebied moesten stevige stallen gebouwd worden. Bovendien moest die stal bewaakt zijn. Zowel mensen als dieren konden er dan beschutting vinden, want het was er veilig en warm.

“Ik ben de deur van de schaapsstal” wil dus eigenlijk zeggen “ kom langs Mij en Ik zal u geborgenheid bezorgen”. Kom langs mij: ik ben een veilige haven. Mij kan je vertrouwen want ik ben geen knecht in dienst van een heer, ik geef om mijn schapen, ze zijn me dierbaar, ik ken ze zelf allemaal bij naam.

Schapen weiden was in die tijd een hard en gevaarlijk beroep. Alleen diegenen die geen ander werk konden vinden, gingen schapen hoeden. Het waren de paria’s in de maatschappij, vaak ook waren het slaven van een rijke grondeigenaar. Als slaven waren ze dan ook direct gebonden aan de grond van hun meester en konden niet vrijuit gaan waar ze wilden. Jezus heeft het juist niet over een meester- knecht-verhouding, maar over een oprechte menselijke verhouding van onderlinge liefde.

Wat voor ons bijzonder troostend kan zijn in dit stukje evangelie is de uitdrukking: “zijn schapen roept hij ieder bij hun naam”. Voor de goede Herder zijn de schapen geen nummer in de kudde; hij heeft als het ware met ieder schaap een persoonlijke relatie. Dat doet ook denken aan de uitdrukking die wij horen in de uitvaartliturgie, en die luidt “dat onze namen zijn geschreven in de palm van Zijn hand”. Het zijn beide figuurlijke uitdrukkingen, maar ze zijn oh zo hoopgevend: God wil een persoonlijke relatie met ons hebben.

Als Jezus het heeft over “diegenen die er vòòr Mij zijn gekomen” dan heeft Hij het over enkele rondzwervende predikers die zich voor Messias uitgaven, maar die van het vertrouwen misbruik maakten om te stelen. In de periode dat Johannes zijn evangelie opschreef was hierover onrust ontstaan. En tenslotte zegt Jezus ook: “Wie langs mij komt … zal weidegrond vinden”. Weidegrond vinden, dat betekent eigenlijk: het doel bereiken voor herder en schapen.

Als het in het evangelie op deze 4 e zondag na Pasen over de goede Herder gaat is het woord roeping nooit ver weg. De roeping wordt geassioceerd met een beslissend moment in het leven van een mens die daardoor de studie tot het priesterschap gaat doen of als religieus gaat leven. Op roepingenzondag bidden we speciaal voor die specifieke roeping tot het priesterschap of het religieuze leven. Maar ook wij als gelovigen hier bijeen zijn geroepen. Geroepen om ons in te zetten voor onze naaste en om vrijwillig in te zetten voor onze geloofsgemeenschap. Onze paus heeft kort geleden nog nadrukkelijk gewezen op het grote belang van het werk van vrijwilligers binnen de kerk.

Ook wij, gewone mensen, parochianen, zijn geroepen om te proberen de Blijde Boodschap te verkondigen en ze elke dag opnieuw waar te maken in ons leven buiten deze kerkmuren. Ieder met onze eigen talenten, vaardigheden, onze wil om samen Gods kerk te willen zijn èn te blijven. Een kerk die het in deze tijd in ons land moeilijk heeft. Die zich als baken van het geloof terug aan het trekken is uit veel plaatsen. Waarbij vrijwilligers soms de moed in de schoenen zinkt als ze zich bij hun inzet niet gesteund of zelfs tegengewerkt voelen door de kerkelijke leiding. Als we moeten aanvaarden dat er minder vaak een kerkdienst in de eigen kerk is en we de hoogfeesten niet meer volop in onze eigen vertrouwde kerk kunnen vieren. Als de kerk die je leven lang zoveel heeft betekent gesloten gaat worden.

Geroepen worden, het is de Herder die tot je spreekt, die je oproept: “Kom, ga met me mee...” De goede Herder kent zijn schapen bij naam en zij kennen zijn stem. Als wij voor een moeilijk moment of keuze staan in ons leven, blijven we dan zijn stem herkennen op het kruispunt van keuzes die we kunnen maken? Kies je voor persoonlijk gewin, voor geld of bezit of macht, of hoor je toch die stem. Wij weten het: Jezus is de Weg, de Waarheid en het Leven. Onderweg tijdens ons leven willen wij dus beslist door de poort van de schaapsstal om veilig te schuilen en ons geborgen te weten. Zullen wij dan, op onze beurt, goede herders zijn voor anderen ?

Jeanne ten Have

 
Tijd van vertwijfeling, bezinning en gebed.
Er was  niets of iemand die het mij belet.
Ineens was een ander voor iedereen.
Want je laat de kwetsbare mens niet alleen.
En toen kwam Pasen wat een feest van vreugde hoort te zijn,
Maar er was toch immers zoveel verdriet en pijn,
Alleen de mensen die de wreedheid van de oorlog hebben meegemaakt,
Die weten de verschrikking hoe diep je kan worden geraakt,
Het woord van de Paus trof mij zeer in het hart
Moest Christus niet lijden voor ons elke smart,
Is Christus niet voor ons allen opgestaan,
Maar wat hebben we in de loop der jaren daar mee gedaan,
We redden ons wel, het gaat allemaal goed,
En we vinden ook dat alles moet,
Maar zo zit ons leven niet in elkaar,
We bedoelen het goed, maar het is niet waar,
Uiteindelijk gaat ieder zijn eigen gang,
Hoe kan dit zo doorgaan en hoelang,
Eenieder zijn leven, ieder zijn aard,
Maar bedenk ons bestaan is veel meer waard,
Dat bleek toen in die heftige tijd,
Veel lief en leed was zo verspreid,
Want ze zetten zich in, soms in eigen gevaar,
Vele mensen stonden voor een ander klaar,
Als zo de wereld eens blijven kon,
Dan was er vrede en schijnt de zon,
Dan klinkt er een lied met een mooi refrein,
Laten we hopen en bidden, dat dit zo mag zijn.
 
Jeanne ten Have-Vollebregt